maandag 11 september 2017

Noord-Holland

Soms in een prettig nazomerzonnetje en soms onder dreigende buienluchten fietste ik van Heiloo naar Schagen, via Egmond Binnen, Bergen, Camperduin en Sint Maarten. Klinkt best wel goed vind ik zelf, al had ik wel de hele dag en in toenemende mate meewind. Bij Hargen aan Zee passeerde ik de plek waar ik ooit mijn eerste morinelplevier in Nederland zag. Later kwam ik langs de plek waar ik, met tientallen samengedrongen op een smal weggetje, mijn eerste rosse waaierstaart zag. Verderop scheidden slechts zeven jaar me van mijn eerste steppekiekendief en bij Petten keek ik neer op het bosje van mijn eerste noordse boszanger.
Dat is een van de charmes van als je al een flink aantal jaren meeloopt als vogelaar: Nederland is langzamerhand bezaaid geraakt met locaties die de meeste mensen niets zullen zeggen maar die voor jou een onuitwisbare betekenis hebben gekregen. Waar anderen gewoon maar een oude, vervallen manege zien, een rietveldje achter de dijk of een boomsingel rond een sportveld, daar zien wij in onze herinnering, scherp alsof-ie er nog steeds zat, die waaierstaart die net zichtbaar was achterin op dat boerenerf. Of die steppekiek, grote zeldzaamheid toen nog, die na uren wachten eindelijk opdook uit het riet. Of die noordse boszanger die midden in dat bosje ineens pal voor me opdook. Vandaag niets van dat al. Vandaag moest ik genoegen nemen met een gestreepte strandloper op een ondergelopen bollenveldje bij Bergen. ‘Genoegen nemen met’, toe maar: prachtige soort, prachtig gezien, een mooie getekende juveniele vogel fraai in het gedempte zonlicht. En met een lachstern bij Petten, ook al zo een. Net toen ik er eens goed voor wilde gaan zitten, me wilde gaan wijden aan de taak de vogel die hier vanmorgen gezien was, terug te vinden, vloog-ie laag over me heen en ging verderop in het filmpje water zitten dat daar de akker bedekte. Eigenlijk weinig reden dus om in het verleden te verdwalen, al is dat natuurlijk altijd prettig.
Ik was de dag wel wat minder succesvol begonnen. Meer dan een uur lang heb ik in een soort zelfbouw-privénatuurterrein lopen zoeken naar en staan wachten op een sperwergrasmus. Vergeefs. Maar wat een plek! Na enig vruchteloos speuren op de openbare weg liet een lokale bewoonster ons toe op dit paradijsje verstopt achter een boomsingel in de Noord-Hollandse polder. Rozenstruiken, meidoorns en vlieren beladen met vruchten, een poeltje met wat flarden riet, zandduintjes en schichtig duingras, een natuurgebiedje in een notendop. Alleen daarom al de moeite waard, sperwergrasmus of geen sperwergrasmus.
Bij Camperduin een uurtje over zee staan kijken. Voor het eerst weer dit seizoen en dat moet nog een keertje over want er vloog vrijwel niets. Een paar grote sterns en ver weg een juveniele jan van gent keilend naar noord. Ik moest het dus doen met gestreepte strandloper en lachstern vandaag. Ach, heel wat dagen moet je met minder genoegen nemen.

10 september 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten