dinsdag 10 mei 2016

Vale gieren

En toen waren er weer vale gieren in Nederland. Een groep van elf was zaterdagmiddag bij Breskens ons land binnen gevlogen en was in de Alblasserwaard nabij Hardinxveld-Giessendam neergestreken om te overnachten. Het is tegenwoordig een jaarlijks verschijnsel: groepen van soms wel tientallen gieren die bij warme zuidenwinden vanuit Zuid-Europa onze kant op dwalen en dan onwennig in ons platte polderland verzeild raken. Of dat betekent dat het goed met ze gaat, omdat ze met zoveel zijn dat er af en toe een paar de wijk moeten nemen, of juist dat het slecht gaat omdat er in hun broedgebied niet voldoende te vreten voor ze is en ze daarom gaan zwerven, daar zijn de geleerden nog niet helemaal uit. Dat ze met veel zijn is wel een vaststaand feit, maar de voedselproblemen die E.U.-wetgeving in Zuid-Europa teweeg heeft gebracht, zijn dat ook.
Intussen dateerden ondanks die toegenomen frequentie mijn laatste vale gieren alweer van negen jaar geleden: een groep bij Oss tijdens een van de heftigste influxen die we al die jaren hebben gehad. Sindsdien nooit meer, ook niet in het buitenland, dus vale gieren stonden hoog op mijn verlanglijstje. Maar de ervaring leert ook dat ze vrijwel altijd de volgende dag zodra de zon voldoende kracht heeft en er een lekkere thermiek is ontstaan, weer vertrekken. Terug naar het zuiden. Dat moest ik dus wel voor zijn. Vorig jaar bij Apeldoorn was dat mislukt. Vanwege de voorspelde bewolking in de ochtend meende ik wel tot na negenen te kunnen wachten maar van bewolking was in het geheel geen sprake en toen ik op de fiets vanuit Apeldoorn op weg was, ontving ik al de berichten dat de groep was opgevlogen en bezig was weg te trekken. Daarom dit keer de eerste trein genomen die me even voor negen uur in Hardinxveld-Giessendam bracht. Dat leek me een veilige marge. Ik verwachtte niet dat ze eerder dan een uur of tien zouden vertrekken. Eerder zou het nog niet warm genoeg zijn. Eerder later: vorig jaar was het tien uur geweest maar toen was het eind juni en was de zon dus al veel langer op. Toch hield ik onderweg angstvallig de berichten in de gaten. Geen nieuws was echter goed nieuws en zo stapte ik in Hardinxveld met een gerust hart de trein uit. Het was desondanks een hele geruststelling toen ik een kwartier later ver weg in het weiland die dikke gestaltes in de bomen zag zitten: mijn vale gieren waren alvast binnen. Nu kon er niks meer misgaan. Ik voelde me als een wielrenner die alleen op de finish afkomt en het honderden meters voor de meet al zeker weet en met zijn vuisten in de lucht slaat: dit gaat helemaal goed komen.
Ik voeg me bij de meute, stel mijn telescoop op en het genieten kan beginnen. Want het is prachtig, die kolossen, als olifanten tussen de takken die diep doorbuigen onder hun gewicht. Het is ook een beetje absurdistisch: daar zijn die bomen helemaal niet voor bedoeld! En die gieren ook niet. Ik sta amper vijf minuten te kijken als een meisje te paard onder de gieren doorgaat en die één voor één de lucht in gaan. Het is machtig mooi: enige tijd cirkelen ze met zijn negenen boven het bosje. Dan trekt de groep naar het noordwesten en verdwijnt langzaam uit beeld.

Was ik nou weer net op tijd? Dat moet geen gewoonte worden, want dat gaat een keer mis. Hun vertrek was veel vroeger dan we allemaal verwacht hadden. Te vroeg, vonden ze zelf blijkbaar ook, want enkele kilometers verderop bij Brandwijk waren ze weer naar beneden gekomen en daar zaten ze weer, als lamme olifantjes in de bomen. Eentje werd lastig gevallen door een kraai. Machteloos volgde hij met zijn kop zijn kwelgeest, tot hij tenslotte maar een boompje verder ging zitten.
Het wachten was nu op het ultieme moment dat ze echt zouden vertrekken. Dat kon nog wel even duren maar we kwamen onze tijd wel door. Het was even over elf toen de eerste gier opvloog, zich al cirkelend hoog verhief en uiteindelijk naar zuidoost afgleed. Even later, om tien over elf en inmiddels lekker warm, waren ze allemaal in de lucht. Een machtig en imponerend schouwspel: een bel van inmiddels toch weer negen enorme gieren die zowat recht boven ons om elkaar heen cirkelden. Mediterrane taferelen in Hollands polderland. Uiteindelijk hielden ze op met cirkelen en gleden ze in rechte lijn naar het zuidoosten. Nog een paar keer zijn ze in het daarop volgende uur opgepikt, daarna is er niets meer van ze vernomen.

8 mei 2016




Geen opmerkingen:

Een reactie posten